Veel yogahoudingen zijn naar dieren vernoemd omdat ze erop lijken: de hond, kameel, adelaar, schorpioen, enzovoort. Kijk eens hoe een hond zich uitrekt. Of hoe een kat zich in het zonnetje in de vensterbank helemaal overgeeft aan de ontspanning. Hier ga ik in op de kathouding of marjarasana.
Het werkwoord marj betekent schoonmaken, reinigen. Een marjara is een dier dat zichzelf voortdurend reinigt als een kat. Tijdens de oefening worden de buikorganen gemasseerd en vooral het onderlichaam inwendig gereinigd. In de houding wordt de wervelkolom soepel en lenig en de houding zorgt voor meer beweeglijkheid van het bekken. Bil- en beenspieren worden versterkt. De houding maakt het hele lichaam wakker en actief.
Uitvoering
Zit op handen en knieën. De handen staan op schouderbreedte (iets voor de schouders) de vingers zijn gespreid. Plaats de knieën op heupbreedte, iets achter de heupen. Krul de tenen op en zet ze op de grond. Kijk eerst naar de plek tussen je handen, dan is de rug vlak. Uitademend trek je de buik onder de navel in en maak je de onderrug rond. Inademend ontspan je de buik naar de grond en breng je de zitbeentjes wijd. Na dit een aantal ademhalingen gedaan te hebben, kun je ook het midden van de rug bij de oefening betrekken. Je maakt inademend de rug hol, uitademend bol. De beweging begint steeds onderaan in het bekken. Ga ermee door in je eigen ademtempo en laat de adem als het ware door je heen stromen, golven.
Er zijn allerlei varianten van de kathouding waarbij ook de benen meedoen (zie foto). In dat geval begin je met de knieën naast elkaar in het midden van je mat. Na de houding rust je uit in balasana (kindhouding).
Nota bene: Bedenk dat deze tekst slechts een hulpmiddel is. Het kan de lessen niet vervangen. Instructie van een gediplomeerde yogadocent is nodig.
Judith Bouwhuis van Yogapraktijk the JOY of YOGA
